Een van de problemen met de tijdlijn bij de Opname van de Gemeente, gaat over dat de zon, maan en sterren etc. verduisterd worden.
Na de grote verdrukking
29. En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden.
30. En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid.
Voor de Grote Dag
De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende.
Probleem?
Op het eerste gezicht lijkt dit toch geen probleem.
Voordat de Here Jezus zichtbaar terugkomt, worden zon, maan en sterren verduisterd. Dit staat duidelijk zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament.
Grote verdrukking is Gods Toorn tijdens de Grote Dag
In de uitleg bij de Opname wordt aangenomen dat de Grote Verdrukking het gevolg is van Gods Toorn die uitgegoten wordt over de aarde.
Pas op de Grote Dag stopt de genadetijd en wordt Gods Toorn openbaar.
Dit betekent dat de Grote Verdrukking onderdeel moet zijn van de Grote Dag.
De tegenstrijdigheid
Als we dan kijken naar de tekst in Joël, dan moet de verduistering plaatsvinden vóór de Grote Verdrukking. Maar de Here Jezus zegt juist dat het ná de Grote Verdrukking is.
Conclusie
Als we de tijdlijn van de Opname vóór de Grote Verdrukking volgen, dan spreekt de bijbel zichzelf tegen....
Aangezien God Zichzelf nooit tegenspreekt, moet het probleem dus ergens anders liggen:
- misschien een fout in manuscripten van de grondtekst of in vertalingen
- of de uitleg van de Opname klopt niet
Als we de tijdlijn van de Grote Dag bekijken, dan doet deze tegenstrijdigheid zich niet voor.
Andere bijbelteksten laten zien dat de Grote Dag in duisternis gehuld is.